Slager Roelof ten Heuvel (66) gaat van zijn pensioen genieten. Vrijdag 26 februari was de laatste dag in de slagerij bij Coop Dunnink in De Wijk. Waar hij 43 jaar werkzaam was. Daarom hadden collega’s zijn afdeling versierd met slingers en ballonnen. En natuurlijk werd hij overladen met cadeaus, waaronder een prachtig hakblok.

De altijd goedgeluimde en sympathieke slager begon zijn laatste werkdag iets later dan normaal. Om vervolgens nog een keer de witte slagersjas aan te trekken. Met speels gemak sneed hij de laatste biefstukjes. En dat was het wel zo’n beetje. Want van werken kwam het nauwelijks meer. Iedereen wilde op de laatste werkdag nog graag een praatje maken met Roelof.

Ten Heuvel die in Ruinerwold woont, leek al vanaf jongs af aan al bestemd om slager te worden. ‘Leren op school was niet helemaal mijn ding’. Vader ten Heuvel stelde dat zijn zoon dan maar aan het werk moest gaan, in dit geval bij de plaatselijke melkfabriek. Daar zag de jonge Roelof geen heil in. Een oom van hem slachtte af en toe wat, en dat leek hem ook wel iets. Hij kon aan de slag bij slager Koetsier waar hij alle kneepjes van het vak leerde, en soms wel eens bijzondere dingen mee maakte. ‘Het gebeurde wel eens dat een koe voor de slachting wist te ontsnappen, dan mocht ik er achteraan, omdat ik hard kon rennen’.

Toen er in 1978 in De Wijk een slager werd gevraagd solliciteerde Roelof naar deze functie. En tot zijn eigen verbazing werd hij aangenomen door Klaas Dunnink, de grootvader van huidig supermarkt eigenaar Niek Slomp. Jaren waar hij met veel plezier op terugkijkt. ‘Heb veel geleerd, maar ook veel schik gehad’.

Het is niet alleen het slagersvak, maar ook de contacten met de klanten wat het ambacht zo boeiend maakte. ‘Ze adviseren welk vlees ze het beste kunnen gebruiken, of hoe ze het moeten klaar maken dat vond ik altijd prachtig. Helemaal als ze je later vertellen dat het gelukt is’. Zelf is Roelof nog steeds niet vies van een stukje vlees. ‘Dat eet ik elke dag. Rundvlees of een stoofpotje dat gaat er altijd wel in’. Bang om in het welbekende zwarte gat te vallen is hij niet. ‘Mag graag tuinieren, wat vissen of een stukje toeren op de motor, alleen of met vrienden’. Muziek luisteren en concerten bezoeken is ook een grote passie. En niet te vergeten de kleinkinderen. ‘Heb er vier, daar kan ik geweldig van genieten’.

Buren van de Havelterweg hadden de tuin van Roelof versierd, en brachten hem een mooie taart.